Wat is een methodeschool?
Omdat we streven naar het aanbieden van betekenisvolle taken zoeken we waar mogelijk naar een levendige link tussen de leerinhouden en wat leerlingen meemaken.
‘Wat betekent het voor een leerling om te bestaan, in en met de wereld?’ De ervaringscyclus biedt inspiratie om met deze vraag aan de slag te gaan. Al doende leert men, dat is waar de ervaringscyclus van uit gaat. Dit betekent niet dat onderwijs steeds vertrekt vanuit elke ervaring van een leerling. Dit betekent wel dat we vanuit spontane vragen of gestuurde ervaringen kunnen vertrekken om leerinhouden aan op te hangen. De link naar een concrete ervaring werkt verhelderend, zet de complexiteit van de realiteit in de verf en toont dat alles in de wereld met elkaar verbonden is. Deze manier van werken stimuleert op zijn beurt het streven naar leergebiedoverschrijdende taken, het inbedden in projecten en het opentrekken van de school naar een bredere omgeving.
Ervaringsgericht onderwijs is een onderwijsconcept dat uitgaat van betrokkenheid en het welbevinden van kinderen. Het steunt op drie pijlers: vrij initiatief, milieuverrijking en ervaringsgerichte dialoog. Het vrije initiatief beantwoordt aan de behoefte van kinderen om de wereld om hen heen te verkennen. Milieuverrijking doelt op een rijke leeromgeving met de leerkracht als begeleider en observator. De ervaringsgerichte dialoog is gebaseerd op aanvaarding, echtheid en empathie. Omdat Ervaringsgericht onderwijs uitgaat van de betrokkenheid van kinderen, wordt rekening gehouden met vijf factoren die dit stimuleren: een goede sfeer, het juiste niveau, aansluiten bij de leefwereld, afwisselende activiteiten en ruimte voor keuzes. Hieruit ontspringen vijf werkvormen: kringen en forum, contractwerk, projectwerk, ateliers en vrije keuze. De grondlegger van dit concept is Ferre Laevers.