De Sterrebloem werkt niet met klassieke kleuterklassen en leer- of studiejaren, maar wel met leefgroepen.
Vanaf schooljaar 2024 – 2025 reorganiseren we onze leefgroepen om de overgang tussen verschillende klassen soepeler te maken en de werking van ons ontwikkelingsgericht onderwijs (OGO) te optimaliseren. Dit besluit komt na een grondige studie, waarin we alle voordelen hebben onderzocht en verschillende scholen hebben bezocht.
Met de veranderingen streven we naar:
– een soepelere overgang tussen de derde kleuterklas (K3) en het eerste leerjaar (L1).
– meer evenwicht bij de wip tussen de derde (L3) en vierde klas (L4).
– optimalisatie van de infrastructuur voor onze kleuters.
– een aparte organisatie voor het zesde leerjaar (L6), wat altijd een droom is geweest.
– …
Om deze verandering succesvol te laten verlopen, hebben we de vijf essentiële factoren uit het model van Knoster in acht genomen: visie, belang, plan, middelen, en competenties. Na grondige analyse en voorbereiding hebben we besloten om onze dromen waar te maken.
Vanaf 2024-2025 starten we dus met de volgende leefgroepen:
leefgroep 1: K0 – K1 – K2
leefgroep 2: K3 – L1
leefgroep 3: L2 – L3
leefgroep 4: L4 – L5
L6
Lees meer
Dat de kinderen in leefgroepen zitten, wil niet zeggen dat ze altijd samen zitten. Voor taal en rekenen wordt zoveel mogelijk op het eigen niveau van de kinderen gewerkt. Bij projecten werken kinderen samen met de hele groep.
Per leefgroep zijn er dus kinderen van verschillende leeftijden. Dat heeft meerdere voordelen:
- de kinderen leren heel veel van en aan elkaar. Zo zit een kind afwisselend bij de ‘jongsten’ of bij de ‘oudsten’, wat maakt dat geen enkel kind zes jaar lang de slimste, de sterktste, de zwakste… van de groep is (blijft).
- elk jaar gaan de ‘oudsten’ over naar een andere leefgroep (of naar het secundair) en komen er nieuwe ‘jongsten’ bij. Dit wijzigt elk jaar de groepssamenstelling, waardoor de verhoudingen in de groep veranderen.
- omdat kinderen twee jaar in dezelfde groep blijven, kennen de begeleiders de kinderen beter en kan meer rekening worden gehouden met hun eigen tempo en ontwikkeling.
Over de leefgroepen heen wordt, naargelang de noden van de groep of de kinderen, extra ondersteuning geboden. Dit gebeurt in gezamenlijk overleg met alle begeleiders.
Lees minder