HOE MAKEN WE DIT WAAR ?

Hoe maken we dit waar?

Een veilige leeromgeving

1. Huiselijke sfeer

De Sterrebloem werkt in een gebouw met tuin, zandbak en speeltuigen. We proberen er een huiselijke sfeer te scheppen. We spreken over de leefgroepen, over de tuin, de keuken en de Bolster (:teamlokaal + bureau + bibliotheek). Daar is er altijd plaats voor een gezellige babbel bij een kop koffie of thee.

2. Kleinschaligheid

Het werken in leefgroepen, het leren via projecten en de grootte van de ruimtes en tuin laten geen onbeperkte instroom kinderen toe. Het is bovendien belangrijk dat iedereen iedereen kent, met iedereen contacten kan leggen en dat er relaties zijn tussen kinderen van verschillende leefgroepen. Daarom wordt het aantal kinderen per geboortejaar beperkt.

3. De leefgroepen

De Sterrebloem werkt niet met klassieke kleuterklassen en leer- of studiejaren, maar wel met leefgroepen. Tot de kinderen leerplichtig zijn, kunnen zij terecht in de eerste leefgroep (van 2,5 tot 6 jaar). Vanaf 6 jaar begint de leerplicht. De tweede leefgroep (van 6 tot 7 jaar) omvat de 1ste & 2de klas, de derde leefgroep (van 8 tot 9 jaar) de 3de en 4de klas en de vierde leefgroep (van 10 tot 12 jaar) omvat de laatste 2 klassen: 5de & 6de klas.

4. Warm en open contact

We willen ervoor zorgen dat iedereen zichzelf kan zijn. Daarom hechten we veel belang aan open communicatie. Het is belangrijk dat kinderen, begeleiders en ouders hierin hun eigen verantwoordelijkheid opnemen en oprecht zijn. Hiermee proberen we ervoor te zorgen dat iedereen zich goed voelt op onze school.

5. Duidelijke structuur

Om fundamenteel tot leren te komen is het nodig om zich veilig te voelen. Een duidelijke structuur draagt hiertoe bij: dagplanning, weekplanning, regels en afspraken… zorgen voor een voorspelbaarheid waar iedereen nood aan heeft. Om kinderen te leren omgaan met vrijheid en zelfstandigheid is deze duidelijkheid belangrijk.

Betrokkenheid van het kind

We willen vooral dat kinderen graag naar hun school komen. Daarom krijgen ze veel ruimte om vanuit hun spontane leergierigheid te experimenteren, op onderzoek te gaan en op een brede manier te ontdekken. Zelf initiatief mogen nemen en verantwoordelijkheid leren dragen zijn voor ons twee belangrijke voorwaarden, opdat kinderen op een actieve en betrokken manier tot leren kunnen komen.

Binnen deze open sfeer leren kinderen oprecht samenwerken, -leven en –zijn. Zo bouwen ze hun zelfstandigheid op en leren vanuit hun eigenheid aangenaam kritisch te zijn.

Elk moment van leren wordt verrijkt door de creativiteit van de kinderen. Een creativiteit die we heel hard aanmoedigen en die groeit door de interactie met anderen.

Leer-kracht is begeleider

In de Sterrebloem willen we als leerkracht begeleiders zijn. Dat wil zeggen dat we naast de kracht om kinderen aan te zetten tot leren vooral iemand willen zijn die kinderen begeleidt in hun leerproces.

In eerste instantie zorgen wij ervoor dat de ontwikkelingsdoelen nagestreefd en de eindtermen bereikt worden. Het is de manier waarop dit gebeurt die van het grootste belang is.

Belangrijke begrippen hierbij zijn oprechtheid, respect en verantwoordelijkheid. Oprechtheid betekent dat je als leerkracht geen rol speelt, maar jezelf bent, dat je je fouten kan toegeven en erkennen. Zo’n oprechte houding heeft een belangrijke voorbeeldfunctie. Hoe kan je namelijk van kinderen verlangen om ‘echt’ te zijn, als je dat niet in grote mate zelf bent.

Dit is echter geen pedagogisch middel; de motivatie moet intrinsiek zijn. Ze moet gebaseerd zijn op zelfrespect en respect voor kinderen. De gunstige pedagogische neveneffecten die een oprechte houding meebrengt zijn, natuurlijk mooi meegenomen.

Door de kinderen te respecteren en ook hun verantwoordelijkheid te waarderen, komen we tot een houding van gelijkwaardigheid. Vanuit deze houding is het vanzelfsprekend dat het kind steeds centraal staat. Deze ingesteldheid zorgt ervoor dat we aanspreekbaar zijn, en steeds openstaan voor overleg met kinderen en ouders.

Tekst geïnspireerd op ‘Het gat in de muur’ van Francis van Dinter, (2001)

Ervaringsgericht, probleemoplossend onderwijs

Bij de kleuters

De begeleiders knopen aan bij ervaringen en belangstellingen van de kinderen. Het zijn de aangrijpingspunten om betrokken en zinvolle activiteit te doen ontstaan. Hieruit kunnen eenmalige of kortstondige activiteiten of groepsprojecten groeien.

De dagindeling volgt een vaste structuur om een houvast te bieden. Voor het kringgesprek is er bij de jongste kleuters een onthaalmoment met kinderen en ouders. Na het kringgesprek volgt een werkmoment. Dit is een aanbod van de begeleider waarbij kleuters schilderen, tekenen, kleien, knippen en plakken, scheuren, nieuwe woordenschat leren, vertellen en luisteren… Daarnaast is er voor de kinderen ook ruimte in het weekschema om zelf te plannen.

Bij de oudste kleuters volgt er na de kring een ‘kiestijd’, waarin de kleuters een eigen voorstel vanuit hun interesse plaatsen naast het aanbod van de begeleider. In overleg kiezen ze een activiteit die ze tijdens de werktijd uitvoeren. Bij dit overleg wordt ook rekening gehouden met de sterktes en zwaktes van het kind, met wat het in de vorige dagen/weken deed, met wat het kind ‘nodig’ heeft. Zo krijgen de oudste kleuters ook een eigen werkplanning (taken die ze moeten opnemen in de loop van de week). De begeleider en de kleuters evalueren hun activiteiten onmiddellijk na de ‘kiestijd’. Na de pauzes volgt een geleide activiteit: kleuterforum, muzische activiteit, bewegingsactiviteit, toonmoment, …

In de namiddag is er in beide groepen een vrije werktijd, waarbij kinderen in de verschillende hoeken mogen spelen of kunnen de kleuters ingaan op een aanbod. Geregeld zijn er in de namiddag ook leefgroepoverschrijdende activiteiten zoals schrijfdans, poppenkast, Sherborne, …

Door deze manier van werken met kleuters legt men een basis voor het projectonderwijs in het lager onderwijs.

In de lagere school

Ook in de lagere school volgt de dagindeling eerder een vaste structuur. In de voormiddag komen vooral taal, rekenen en Frans aan bod, in de namiddag wordt gewerkt met projecten of thema’s.

Tijdens deze lessen wordt er naast de vakgerichte inhouden veel aandacht besteed aan het verwerven van goeie leerhoudingen en denkvaardigheden.

In De Sterrebloem wordt met vaste handboeken en handleidingen gewerkt. De kinderen hebben werkboeken, schriften, mappen, studiepaketten, een VIP-boek (verhaal, ik, project)…

De Sterrebloem houdt zich aan het leerplan van het stedelijk en gemeentelijk onderwijs. Elk kind krijgt een degelijke basis om verder te studeren.

Werken met projecten

In De Sterrebloem wordt, naast andere werkvormen, geleerd vanuit projecten. Met leren bedoelen we niet alleen schrijven, rekenen, lezen, Frans, kennis over de wereld… maar ook het leren op lichamelijk, sociaal, emotioneel en creatief vlak en het verwerven van goede leerhoudingen en denkvaardigheden.

Door het probleemgericht projectonderwijs leren kinderen immers naast rekenen en taal ook problemen oplossen, doelen stellen, informatie verwerken, plannen, strategieën ontwerpen, samenwerken, afspraken maken, evalueren, gevoelens uiten, doorzetten…

Cultuurbeschouwing

De Sterrebloem staat niet voor een bepaalde godsdienst. Het wordt er ook niet onderwezen als vak. In De Sterrebloem is er eerbied voor elke godsdienstvorm. De werk- en leefsfeer geven ruimte en respect aan elk kind en zijn gebaseerd op samenwerking en solidariteit. Naast de algemene menselijke waarden is er ook ruimte voor bewondering & verwondering, voor confrontatie met de mooie dingen in het leven én confrontatie met pijn/dood.

Vanuit de school nemen we geen initiatief om godsdienstige rituelen (communies, ramadan, lentefeest…) te organiseren. We staan er echter wel voor open deze mee te ondersteunen.